ik beleef: Brabant vs Brabant, poëtisch België-Holland, Leuven

Het was op het laatste moment geweest dat Prins me liet weten dat ook ik werd uitgenodigd om deel uit te maken van een Vlaams vierkoppige delegatie om het tijdens een avondje podiumwerk op te nemen tegen vier Nederlanders. In de mail van de bib van Leuven werd gerefereerd naar X Roelens, hij zou mij er hebben ‘ingeluisd’. 🙂
Het is wel duidelijk dat ik niets met de provincie Brabant te maken heb, hoewel ik nochtans in de andere Vlaamse provincies geen vreemde ben. Het was dan ook een beetje vreemd om dit te doen, want de Nederlanders bleken wél allemaal uit de omstreken van hun provincie te zijn en daarenboven bleken zij al een voorronde te hebben meegemaakt. Naar het schijnt zou dit ook zo voor de Belgische kandidaten moeten geweest zijn, maar die ‘slam’ is niet doorgegaan. Dan maar zo, dan maar met X Roelens, Floris Schillebeeckx, David Troch en mij, Sylvie Marie. Geen misse verdedigers, vond ik, al zeg ik dat zelf. David zou gedichten brengen waarmee hij het in Amersfoort ver had geschopt en waar ik enthousiast over was, ikzelf zou wat nieuw, maar ook vertrouwd werk brengen zodat ik een vlotte voordracht zou hebben en X, die sprak ook van een combinatie van de twee. We hadden het er met zijn drieën al over gehad toen we allen samengepakt in de inktblauwe, vijfdeurse Ford Fiësta van Prins de baan opgingen. Van Floris wisten we niet wat hij ging brengen, ik kende hem trouwens ook niet zo goed, alleen van de aflevering mals groen uit meander, waar een allusie op een scheppingsverhaal mijn aandacht had getrokken.

We ontmoetten Floris in een schilderachtige omgeving op de eerste verdieping van een herenhuis, de tafel met handleiding gedekt, aperitiefhapjes, kroonluchters en propere toiletten met grote spiegels. We maakten kennis en niet snel daarna kwam Mark Meekers ons vergezellen. Hij zou blijkbaar in de jury zetelen. Ik werd op slag zenuwachtig. Niet nodig, kalmeerde Prins me, hoewel hij moest toegeven dat hij zo’n rijkelijk onthaal ook nog nooit had meegemaakt. Aan tafel kregen we voorgerecht, hoofdgerecht en dessert en dat allemaal in een grote Belgisch-Nederlandse ‘vriendenkring’. Er moest kennis gemaakt worden, dat was een feit. Vooral wij, van de Belgische ploeg hadden wat namen te onthouden. De Nederlanders, met als vertegenwoordigers Huub van Esch, Michiel van Rooij, Judith Bruynzeels en Mariken Verhoecks, waren namelijk gezellig met een grote bus naar hier gekomen terwijl wij, daarentegen, het alleen op ons, vier dichters, gehouden hadden.

Na het eten mochten we dan het bibcafé betreden, een podium met al dan niet ruwe planken was klaargezet, enkele microfoons en een vibrafonist moest voor intermezzi zorgen. Vooraleer de competitie echter van start kon gaan, warmde het Leuvense dichterscollectief Mengmettaal eerst nog wat op. De voordracht van Meekers daarbij, was me niet ontgaan. Hij slaagde er het meest in, vond ik, om het publiek aan te spreken en hen te laten meevolgen in de poëzie. Dat vind ik een pluspunt voor een dichter, ik had de hoop dat dit ook als pluspunt in de komende wedstrijd zou worden gezien.

Door middel van lottrekking werd de volgorde bepaald van het optreden. Ik mocht als vierde, daar was ik blij om. Ik bijt niet graag spitsen af, en zeker geen onbekende. Huub daarentegen, mocht dat wel doen. Onzeker als hij was, zeulde hij gretig papier, glas water en barkruk mee het podium op, ging zitten en begon eraan. Ik moet toegeven dat ik van de voordracht van Huub niet veel onthouden heb, geen woord in feite. Wél had ik het gevoel van: dit wil ik wel eens gelezen hebben, maar meer eerlijk gezegd niet. Het kwam niet over, dat vond ik jammer voor hem.

Het verhaal van de volgende kandidaat Michiel van Rooij, kwam al wat beter naar voor. Hij zag er niet meteen de meest heldhaftige dichter uit, maar dat hoefde ook niet. Michiel bracht zijn ding en ik onthield het.
De derde dichter mocht de eerste Belg zijn, X Roelens. Prins en ik wisten al ongeveer waar we aan toe waren en dat het anders zou zijn dan de twee vorige voordrachten, daar was geen twijfel over. Roelens bracht zijn teksten op beklemmende manier, draaide hier en daar wat woorden en zinnen om in voor ons bekende nummers en had het publiek mee. Dit was volgens mij pas nu voor de eerste keer in de avond gebeurd. Het goede punt van Xavier is, zoals ook Prins het denkt, dat hij erin slaagt zijn dichten die misschien bij een lezing onvatbaar lijken, of, zoals hij het zelf zegt, de lezer op drift brengen, op het podium de volle inhoud te geven. Het gaat bij hem op een podium met de hele ziel, één die ernstig bezig is met crëeren.
Net voor de pauze was het dan mijn beurt. Dat vond X een pluspunt: ‘kan het langer nazinderen’, vond hij. Dat bleek niet echt nodig te zijn. In het commentaar dat ik gekregen heb, bleek ik meer dan genoeg daarin geslaagd te zijn. Ik was met spiegelbal begonnen, een dicht dat ik als mijn lijfspreuk kan voordragen. Ik wilde dat vooral doen om een goede voordracht neer te zetten, ergens het publiek bij de eerste regel die ik enkele keren herhaalde, al bij de haren te grijpen.

Na de pauze mocht opnieuw een Belg de micro vastnemen, het bleek Prins te zijn. De jongen was warempel ook zenuwachtig geworden en kneep daarom even in mijn handjes alvorens het podium te beklimmen. Ik vond de voordracht goed, al had ik de indruk dat hij er in Amersfoort rustiger bij geweest was. Hier liet hij zich, mijns insziens teveel gaan en verloor zowat de controle over zijn taal. Het bleek iets te zijn waarover de jury, met onder andere ook Lieve Devijver, leek te struikelen.
Judith ging als zesde. Van haar performance herinner ik me vooral dat die theatraal was. In haar gedichten herkende ik daarom ook, net als de jury, meer monoloog dan poëzie. Ik wil desondanks geen ‘schoenmaker, blijf bij je leest!’-uitroep maken, want ik denk dat Judith, meer dan de volgende kandidate, beloftes heeft om in te vullen.
De volgende kandidate was Mariken Verhoecks, zij verviel volgens mij helemaal in het proza weg. Zo droeg ze voor ‘ik krab het behang van de muren/met mijn handen’, ik had eerlijk gezegd niets anders verwacht, de sfeer in het gedicht gaf niet aan dat het met een schrapertje was gebeurd. Als het nu nog eens ‘met mijn voeten’ was geweest, dán waren we verrast geweest. Zo was er nog meer van dat in op te merken. Het is daarom een advies van mij aan haar om te leren schrappen, niet om te schrappen , maar zoals Roelens het ergens op zijn weblog wist te zeggen, om over te houden, dat wat belangrijk is, die woorden die écht tellen. Ik geef toe dat dat soms ook voor mij mooi advies mag zijn.
Floris kwam als laatste optreden, hij deed dat heel rustig, vertellend bijna. Toch was het poëtisch gehalte in zijn gedichten niet ver te zoeken. In zijn scheppingsverhaal was beeld na beeld een must om te aanhoren en ja, ik dacht iets van: dit is de winnaar van de avond!

Na een half uur beraadslagen van de jury bleek dit niet zo te zijn. Er kwam een jonge dame op het podium verschijnen en begon met de mededeling dat met de performance geen rekening werd gehouden tijdens het uitmaken van de winnaar. Dat bleek erg jammer voor Floris te zijn die blijkbaar zijn teksten niet had ingeleverd en daar hadden ze in het voorbije half uur waarschijnlijk wel nog even naar willen kijken. Over andere kandidaten werd het volgende vermeld: van David werd gezegd dat er een onevenwicht was in de voordracht en de gedichten, nu goed, de voordracht deed er niet toe en de jury had er dan ook geen probleem om zijn gedichten wel goed te vinden. Iemand anders en ik werden beloftevol genoemd, herinner ik me, al weet ik niet meer wie die iemand anders was. Van Xavier vond de jury dat hij een echte performer was, dat krijgt X wel al eens meer te horen, doet mijns insziens alleen maar zijn gedichten ten goede, maar de jury vond deze alsnog te ‘veraf’ om geslaagd te zijn. Bizar is het. Uiteindelijk kwam de jurydame die het rapport bracht, bij Huub uit de ze als winnaar bestempelde. Ze gaf mee dat de man een mooie ‘bladspiegel’ had, maar dat dat helaas nog niet genoeg naar voren was gekomen tijdens de voordracht.

Het mag eerlijk gezegd dat Prins en ik onze oren niet konden geloven, stiekem hadden we Huub al een overwinning ontzegd en waren we het over Floris eens geweest. Ik vond dat, als geen rekening gehouden wordt met de voordracht in deze België-Holland, het net zo goed een schrijfwedstrijd had kunnen geweest zijn en dan had ik niet moeten oefenen in mijn slaapkamer. Verder kon ik misschien ook wat poëtischere teksten hebben uitgekozen maar ik had, zoals gezegd, voor het vertrouwde gekozen. David opperde dezelfde dingen toen hij dan maar bij de afsluiting van de avond nog snel op het poduim was gesprongen. Hij stak desondanks zijn horizontale duim uit naar Huub en feliciteerde hem met zijn overwinning. Er werden nadien nog wat woorden gewisseld met de juryleden en uiteindelijk kwam het tot een reeks compromissen: de jury zou volgend jaar wél rekening houden met de voordracht, de gedichten van Huub dienen gelezen en al worden geen wedstrijden gewonnen met bepaald dichtwerk, het geeft het woord ‘hermetisch’ weinig bestaansrecht. Ik heb onderhand ook al door dat er iets bestaat als: ‘naar schrijfwedstrijden toe schrijven.’

Al bij al een fijne avond met heel wat kennismakingen, interessante discussies, nieuwgierigemakende aankondigingen en schitterende muziek. 🙂

9 gedachtes over “ik beleef: Brabant vs Brabant, poëtisch België-Holland, Leuven

  1. Hey Sylvie,

    Je hebt Mariken en Judith omgewisseld in je verslag. 🙂 De eerste die je beschrijft, is Judith. De tweede Mariken.

    Bedankt dat je er was, voor het verslag en de verwijzingen.

  2. Hé X,

    bedankt! bij deze ook aangepast. 🙂

    Het was fijn, hopelijk tot snel nog eens. Het is alvast erg jammer dat ik er bij je poëziefestival niet bij kan zijn.

    Groetje!

  3. Hey,
    was alvast fun om eens mee te maken, met spannende (lees verrassende) ontknoping en al. 🙂
    Als ik me goed herinner was de tweede belofte Michiel. En je hebt geloof ik nog steeds ergens de naam van Mariken in de plaats van Judith.

    Groetjes,
    Taz

  4. @tazar: alweer aangepast, bedankt Taz, heel fijn dat je erbij was!

    @mooney: why not, alles is een wedstrijd, dan zou er van muziek of van andere kunsten ook geen wedstrijd meer gemaakt mogen worden en waarom dan nog awards uitdelen? Het gaat er gewoon over dat zoals Meekers het verdoezelend zei ‘er een miscommunicatie was.’
    ja.

    @erwin: dichters zijn er om ge-enerveerd te worden. 🙂

  5. @Sylvie; Ik zeg niet dat het niet mag, van mij mag alles, maar ik vraag mij af of het zinvol is. Oscars? Flauwekul. Iedereen weet dat het niets met de beste films vandoen heeft.

    Ik vind dat gedichten verdrinken in een poel van een teveel. Hetgeen echt slecht is, drijft zo boven. Dat is het niet. Maar gedichten verdienen ruimte, in een wedstrijd is die er niet. In één keer leer je een gedicht ook niet kennen. Juist de goede gedichten versta je niet gelijk. Die vragen vele keren lezing, omdat er steeds opnieuw iets in te ontdekken valt. Maar dat is maar gewoon mijn mening hoor. Voordracht is mooi. Meedoen laat je stem horen. Maar dan zo’n beste eruit kiezen. Ik weet het niet. Of dat kan. Moet.

  6. 🙂

    Over zo’n dingen werd dus ook gediscussieerd, op te merken valt dat het allemaal dubbelzinnig werd. Bij deze wedstrijd werd er dus uiteindelijk niet naar de voordracht gekeken, dat is inderdaad wellicht een voordeel voor de mensen die zo’n gedicht hebben dat meerdere lezingen vraagt en waarbij ze dit niet kunnen uiten op het podium. Het is een mooi standpunt. Aan de andere kant had men het dan toch over de gedichten van Xavier waar ze geen wijs uit raakten maar waar ze wél van vonden dat hij het door de voordracht beter naar buiten bracht.

    Tja 🙂

  7. Moeilijk ja. Dan maar doen wat voor jou als dichter goed voelt. Houd je van podia en voordracht ga je de competitie aan, beleef je gedichten liever vanaf papier blijf je beter thuis. Of iets daar tussenin natuurlijk.

    Prins kan mooi voordragen. Ik denk dat hij zo’n dichter is waarbij voordracht een meerwaarde heeft.

Geef een reactie op Mooney Reactie annuleren